(1) Controleer vóór het starten van de machine of er zich vreemde voorwerpen op het schermoppervlak en de ventilator bevinden, of de bevestigingsmiddelen los zitten en draai de poelie met de hand. Als er geen abnormale
geluid, dan kan het gestart worden.
(2) Tijdens normaal bedrijf moet de toevoer van de steenverwijderaar continu en gelijkmatig langs de breedte van het zeefoppervlak vallen. De stroomregeling moet gebaseerd zijn op het nominale vermogen en mag niet te groot of te klein zijn. De dikte van de materiaallaag moet geschikt zijn en de luchtstroom zal de materiaallaag niet binnendringen, maar het materiaal ook in een zwevende of halfzwevende toestand brengen. Wanneer de stroomsnelheid te groot is, is de materiaallaag op het werkoppervlak te dik, wat de weerstand van de luchtstroom die de materiaallaag binnendringt zal verhogen, zodat het materiaal de halfzwevende toestand niet kan bereiken en het steenverwijderingseffect zal verminderen; als de stroomsnelheid te klein is, is de materiaallaag op het werkoppervlak te dun, kan deze gemakkelijk door de luchtstroom worden geblazen en zal de automatische stratificatie van het materiaal op de bovenste laag en de steen op de onderste laag worden vernietigd, waardoor het steenverwijderingseffect wordt verminderd.
(3) Wanneer de steenverwijderingsmachine in werking is, moet het graan op de juiste manier in de bak worden opgeslagen om te voorkomen dat het materiaal rechtstreeks op het zeefoppervlak terechtkomt en de suspensietoestand wordt beïnvloed, waardoor de efficiëntie van de steenverwijdering wordt verminderd.
(4) Om te voorkomen dat de luchtstroom ongelijkmatig wordt verdeeld, bijvoorbeeld doordat het materiaal het werkoppervlak niet bedekt wanneer de machine net is gestart, moet er vooraf een laag materiaal op het werkoppervlak worden aangebracht. Tijdens normaal bedrijf moet ervoor worden gezorgd dat de stansverdeling in de breedterichting van het werkvlak gelijkmatig is.
(5) De luchtvolumeregeling van de steenverwijderingsmachine is gebaseerd op observatie van de bewegingstoestand van het materiaal op het werkoppervlak en de kwaliteit van het materiaal bij de uitlaat. Als het materiaal heftig draait, betekent dit dat het luchtvolume te groot is; als het materiaal niet los en zwevend genoeg is, betekent dit dat het luchtvolume te klein is. Op dat moment bevinden zich nog steeds stenen in het uitlaatmateriaal en moet de klep tijdig worden aangepast om een geschikt luchtvolume te bereiken.
(6) De geschikte hellingshoek van het werkvlak van de steenverwijderingsmachine moet tussen 10° en 13° liggen. Als de hellingshoek te groot is, neemt de weerstand tegen de opwaartse beweging van de steen toe en wordt de snelheid in de selectiekamer te laag, waardoor het moeilijk wordt om de steen af te voeren. Als de hellingshoek te groot is, neemt ook de neerwaartse stroomsnelheid van het materiaal toe, waardoor de naast elkaar liggende stenen gemakkelijk met de korrels vermengd raken en samen uit de machine worden uitgesloten, wat resulteert in het verwijderen van onzuivere stenen. Als de hellingshoek te klein is, gebeurt het tegenovergestelde en is het materiaal moeilijker af te voeren, wat niet alleen de werkefficiëntie beïnvloedt, maar ook het korrelgehalte in de steen verhoogt. Daarom moet de helling van het werkvlak binnen een passend bereik worden gehouden en worden aangepast aan de hoeveelheid steen in de ruwe korrel. Wanneer de ruwe korrel meer stenen bevat, kan de hellingshoek passend worden verkleind, anders kan deze passend worden vergroot. En afhankelijk van de situatie dat de nettokorrel stenen bevat en de stenen korrels bevatten, wordt beoordeeld of de afstelling van de hellingshoek correct is.
(7) De ontstenen zeefplaat, de luchtvereffeningsplaat en de luchtinlaatklep moeten de luchtstroom vrijhouden. Als het zeefgat verstopt is, kan het worden schoongemaakt met een staalborstel. Klop er niet hard op om de zeefplaat vlak te houden. Als de zeefplaat versleten is, moet deze tijdig worden vervangen en kan de dubbelzijdige verhoogde zeefplaat worden omgedraaid voor gebruik. (8) De steenverwijderingsmachine moet achter de zeef- en luchtstroomreiniging worden geplaatst tijdens het sorteer- en reinigingsproces om de naast elkaar gelegen stenen te verwijderen die niet door het voorgaande reinigingsproces konden worden verwijderd. Als er grote en kleine onzuiverheden in de reinigings- en steenverwijderingsmachine terechtkomen, zal dit de uniforme toevoer beïnvloeden, de poriën verstoppen en de efficiëntie van de steenverwijdering verminderen.
(9) Controleer regelmatig het steengehalte in de korrel en het korrelgehalte in de steen, en ontdek tijdig de reden wanneer een abnormale situatie wordt geconstateerd, en neem passende maatregelen.
(10) De steenverwijderingsmachine moet regelmatig worden gereviseerd en de lagers moeten regelmatig worden gereinigd en gesmeerd. Na het onderhoud moet de lege wagen eerst worden getest om te controleren of de machine normaal werkt en of de besturing correct is. Nadat alles in orde is, kan het materiaal in gebruik worden genomen.
Plaatsingstijd: 15-11-2022